GRAFREGLEMENT
Parochie St. Stephanus
Heel
ALGEMENE BEPALINGEN.
Begripsaanduidingen
Artikel 1
In dit Reglement wordt verstaan onder:
a. bestuur; het Kerkbestuur van de R.K. parochie St. Stephanus, eigenaresse van de begraafplaatsen.
b. begraafplaats: de terreinen bestemd voor het begraven van overledenen en bijzetten van asbussen van overledenen; geheten “R.K. Begraafplaatsen”, gelegen aan de Kerkstraat en de Mgr. Savelbergweg te Heel.
c. beheerder: degene die door het bestuur is belast met de dagelijkse leiding en het beheer van de begraafplaats, of degene die door het bestuur als diens plaatsvervanger is aangewezen.
d. eigen graf: een ruimte op de begraafplaats, bestemd voor het begraven van één of meer overledenen, dan wel één overledene en één asbus/urn waarvan het gebruiksrecht voor de duur van 20 jaar is verleend aan één rechthebbende volgens de voorwaarden van dit reglement, welk recht kan worden verlengd.
e. rechthebbende: de meerderjarige persoon aan wie het recht op een eigen graf is verleend.
f. grafrechten: het recht op een eigen graf en het recht op bewaring van een asbus in de urnenbewaarplaats.
g. bijzetting:
1. het begraven van een overledene in een graf waarin reeds een overledene is begraven;
2. het begraven van een asbus/urn in een graf, waarin reeds een overledene is begraven;
3. het plaatsen van een asbus/urn in een urnenbewaarplaats (columbarium).
h. asbus: hermetisch afgesloten koker met de as van de overledene, waarop diens naam en voorletters, alsmede een registratienummer in onuitwisbare letters en cijfers staan vermeld
i. urn: voorwerp waarin een of meer asbussen zijn opgeborgen. De bepalingen voor asbussen in dit Reglement gelden ook voor urnen.
j. urnenbewaarplaats/columbarium: voorziening op de begraafplaats waarin asbussen of urnen in een onverbrekelijk afgesloten ruimte dan wel hecht aan de plaats van bijzetting verbonden worden opgeborgen
k. een grafteken: dit is een grafmonument zoals omschreven in artikel 32, ontdaan van alle ornamenten.
l. een grafornament is een versierend element op een grafteken.
Bestuur
Artikel 2
Het bestuur is gebonden aan het Algemeen Reglement voor het bestuur van een parochie van de Rooms Katholieke Kerk in Nederland en ter zake van het beheer van de begraafplaats bovendien aan dit reglement.
Beheerder
Artikel 3
Het bestuur kan een van zijn leden of een andere persoon, in dit reglement te noemen de beheerder, belasten met de dagelijkse leiding en het beheer van de begraafplaats. De beheerder is bevoegd om namens het bestuur opdrachten te verlenen het beheer van de begraafplaats betreffende en om namens het bestuur grafrechten te verlenen.
Bescheiden vóór een begraving en een bijzetting
Artikel 4
Vóór de begraving dient het verlof tot begraving of bijzetting en tot de bezorging van de as te worden getoond.
De begraving en de bewaring van een asbus
Artikel 5
1. Een begraving of de bewaring van een asbus geschiedt op een dag en uur, met de beheerder tevoren overeen te komen en volgens aanwijzing van de beheerder of diens plaatsvervanger.
2. De lijkkist, dan wel het omhulsel en de asbus moeten zijn voorzien van een registratienummer. Dit registratienummer moet worden opgenomen in de administratie van de begraafplaats.
Werkzaamheden op de begraafplaats
Artikel 6
1. Het delven en dichten van graven, het openen van een graf, het opdelven van stoffelijke resten en het bijzetten van asbussen geschieden uitsluitend in opdracht van het bestuur, door derden.
2. Het bestuur geeft aan hen, die door de rechthebbenden zijn belast met de bouw, de aanleg of het onderhoud van de graftekens en/of beplantingen gelegenheid om hun werkzaamheden te verrichten op tijden dat de begraafplaats daarvoor geopend is. Zij volgen hierbij de aanwijzingen van de beheerder.
3. Geen werkzaamheden mogen worden verricht op zon- en feestdagen en tijdens begravingen en bijzettingen.
4. Iedere dag dienen gereedschappen, afkomende materialen en hulpmaterialen te worden meegenomen of te worden geplaatst of gestort volgens aanwijzingen van de beheerder.
Bezoekers
Artikel 7
Het bestuur bepaalt de tijden, waarop de begraafplaats voor bezoekers toegankelijk is. De begraafplaats is voor auto’s en voor fietsen (al of niet met hulpmotor) gesloten. De beheerder kan voor mindervaliden uitzondering toestaan. Honden worden niet toegelaten. Bezoekers wordt verzocht luidruchtigheid te vermijden.
Administratie
Artikel 8
Het bestuur is verantwoordelijk voor de wettelijke verplichting tot het voeren van de administratie van de begraafplaats. De administratie bevat in ieder geval een register van de overledenen met vermelding van hun registratienummer en aanduiding van de plaats op de begraafplaats waar zij begraven zijn, alsmede een dergelijk register van de bewaarde asbussen. Deze registers zijn openbaar. Daarnaast bestaat er het nabestaandenbestand grafrechten, waarin de namen en adressen van alle rechthebbenden worden geregistreerd.
Het boekjaar van de begraafplaats loopt van 1 januari tot en met 31 december. Alle rechten, verleend in het eerste halfjaar worden geacht te zijn verleend per 1 januari daaraan voorafgaand. Alle rechten verleend in het tweede halfjaar worden geacht te zijn verleend per 1 januari daaropvolgend.
HET VESTIGEN VAN GRAFRECHTEN
Schriftelijke overeenkomst
Artikel 9
Een grafrecht wordt gevestigd door een schriftelijke overeenkomst met het bestuur, genaamd grafakte.
Deze akte wordt in tweevoud opgemaakt; één exemplaar voor de rechthebbende en één exemplaar voor het bestuur.
Uitgifte van graven
Artikel 10
De graven van een gravenveld worden in volgorde, door de beheerder te bepalen, uitgegeven. Het is niet mogelijk een bepaalde grafruimte te reserveren.
Recht op eigen graf
Artikel 11
Het bestuur kan aan één meerderjarig persoon het uitsluitend recht verlenen om voor twintig jaren gebruik te maken van een bepaalde grafruimte, ten behoeve van hemzelf, de echtgenoot , pleeg- of stiefkind of bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad. Dit recht wordt verleend onder de voorwaarden in dit reglement gesteld. In ieder geval moet betaling op grond van artikel 38 van dit reglement zijn geschied en moet bij de rechtsverkrijging schriftelijk worden ingestemd met het ruimen van het graf (artikel 40) wanneer dit recht, door welke oorzaak dan ook, geëindigd is.
Adres rechthebbende
Artikel 12
De rechthebbende is verplicht zijn adres aan het bestuur op te geven, alsmede de wijziging van zijn adres.
Overlijden rechthebbende
Artikel 13
Na overlijden van een rechthebbende moeten de rechtverkrijgenden één persoon aanwijzendie als rechthebbende zal optreden. Deze persoon moet met vermelding van zijn adres aan het bestuur schriftelijk worden bekend gemaakt, binnen één jaar na bedoeld overlijden.
Wanneer na één jaar na bedoeld overlijden geen aanwijzing, zoals hierboven omschreven, heeft plaatsgevonden en aan het bestuur is gemeld, vervalt het verleende grafrecht. Er bestaat dan geen recht op evenredige terugbetaling.
Overdracht grafrecht
Artikel 14
Een rechthebbende kan zijn rechten aan een ander persoon overdragen, wanneer dit schriftelijk geschiedt en een afschrift van deze overdracht met vermelding van het adres van de rechtsopvolger door de rechthebbende aan het bestuur is toegezonden.
Overdracht aan een ander dan de echtgenoot, pleeg- of stiefkind of een bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad van de rechthebbende is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan naar het oordeel van het bestuur.
Weigering tot begraving of bijzetting
Artikel 15
Het bestuur behoudt zich het recht voor, ook nadat grafrechten zijn verleend, om canonieke redenen begraving van een overledene en met name bijzetting in een dubbel graf te weigeren, onder teruggave van de reeds betaalde rechten, of alleen de begraving op een bepaald gedeelte van de begraafplaats toe te staan.
Ontbindende voorwaarden grafrechten
Artikel 16
Het bestuur verleent grafrechten uitdrukkelijk voor de tijd, gedurende welke het terreingedeelte, waarin zich de graven bevinden, tot de begraafplaats blijft behoren en voor de tijd dat de begraafplaats in exploitatie blijft.
Aan de toegekende grafrechten kan geen titel ontleend worden zich te verzetten tegen de bestemmingsverandering van (een gedeelte van) de begraafplaats of tegen de voorgenomen sluiting of gesloten verklaring van de begraafplaats.
HET VERLENGEN VAN GRAFREGHTEN
Schriftelijk informeren van de rechthebbende
Artikel 17
1. Het bestuur zal uiterlijk één jaar voor het verstrijken van een termijn, waarvoor grafrechten zijn verleend en die kunnen worden verlengd, de rechthebbende schriftelijk attenderen op het eindigen van de grafrechten en de voorwaarden bekend maken, waaronder deze grafrechten kunnen worden verlengd voor een termijn van tien jaar.
2. Indien het adres van de rechthebbende niet kan worden achterhaald, dan zal bij het ontbreken van het adres het eindigen van de termijn door aanplakking worden meegedeeld bij het graf, bij de ingang van de begraafplaats en het parochiecentrum. De mededeling blijft aangeplakt tot het einde van de termijn van het grafrecht.
Verzoek rechthebbende
Artikel 18
1. Een rechthebbende kan binnen twee jaren voor de afloop van de termijn schriftelijk verlenging van zijn rechten aanvragen voor een aansluitende termijn van tien jaren.
2. Het bestuur zal een aanvrage ingevolge lid 1 inwilligen. Indien bijzondere redenen, zoals de ruiming van een gravenveld, de voortzetting van het grafrecht in de weg staan, zal een graf elders op de begraafplaats worden aangeboden, alwaar het grafrecht kan worden voortgezet. De kosten van de overbrenging van de stoffelijke resten komen voor rekening van het bestuur.
Voorwaarden voor verlenging
Artikel 19
De verlenging van grafrechten wordt slechts verleend wanneer het onderhoud van het graf zich naar het oordeel van het bestuur niet bevindt in kennelijke staat van verwaarlozing en op de voorwaarden geldend op het tijdstip waarop de verlenging ingaat en volgens de alsdan geldende tarieven.
Verlenging bij bijzetting
Artikel 20
Wanneer in een eigen graf, bestemd tot het begraven van meerdere overledenen een bijzetting heeft plaatsgevonden wordt een lopende termijn van het grafrecht zodanig verlengd dat – te rekenen vanaf de datum van bijzetting – het grafrecht wederom een periode van twintig jaren bestrijkt. Voor zover de aldus verlengde grafrechttermijn de oorspronkelijke periode van twintig jaren overschrijdt, zullen naar evenredigheid tegen de alsdan geldende tarieven grafrechten in rekening worden gebracht.
EINDE VAN DE GRAFRECHTEN
Artikel 21
De grafrechten vervallen:
- door het verlopen van de gestelde termijn;
- indien de betaling van een overeengekomen verlenging van het grafrecht niet binnen een jaar na aanvang van de verlenging overeenkomstig artikel 38 van dit reglement is geschied;
- indien de rechthebbende is overleden en geen aanwijzing en mededeling volgens artikel 13 heeft plaatsgevonden;
- indien een terreingedeelte waarin zich de graven bevinden, aan de bestemming van begraafplaats wordt onttrokken of wanneer de begraafplaats niet meer als zodanig wordt geëxploiteerd, overeenkomstig artikel 16;
- indien de aankondiging van het aflopen van de termijn van het grafrecht overeenkomstig artikel 17 bij het graf, bij de ingang van de begraafplaats en bij het parochiecentrum aangeplakt is geweest en de rechthebbende gedurende die periode niet heeft gereageerd;
- indien de rechthebbende het onderhoud van grafteken of beplanting verwaarloost en na sommatie weigert te doen herstellen of de herstelkosten te voldoen, overeenkomstig artikel 34;
- indien de rechthebbende bij onderhandse verklaring afstand doet van een verkregen grafrecht.
INDELING VAN DE BEGRAAFPLAATSEN EN ONDERSCHEID VAN DE GRAVEN.
Indeling door bestuur
Artikel 22
Het bestuur behoudt zich het recht voor de aanleg en de indeling van de begraafplaats, de bestemming van de gravenvelden en het onderscheid in graven vast te stellen en te wijzigen.
Soorten van graven
Artikel 23
Het bestuur verleent rechten op het tijdelijk gebruik van:
a. een eigen enkeldiep of dubbeldiep graf in een vak, waarop toegelaten worden graftekens van het voorgeschreven model. Bijzetting is slechts mogelijk indien het een dubbeldiep graf betreft.
b. een eigen kindergraf of een eigen graf voor een doodgeborene of een onvoldragen vrucht in een vak, waarop toegelaten worden graftekens na afzonderlijke goedkeuring.
Het bestuur verleent geen rechten op een eigen urnengraf.
De modellen graftekens worden omschreven in de voorschriften voor het toelaten van graftekens, grafornamenten en grafbeplantingen, zoals voorzien in artikel 32.
Familiegraven
Artikel 24 (niet van toepassing)
Enkele graven
Artikel 25
In een enkeldiep graf mag geen bijzetting plaatsvinden.
Dubbele graven
Artikel 26
Een dubbeldiep graf is bestemd voor het begraven van twee met namen aangeduide personen. In een dubbeldiep graf worden twee overledenen boven elkaar begraven, dan wel één overledene en één asbus/urn.
Kindergraven
Artikel 27
In een kindergraf wordt een overleden kind begraven dat niet ouder was dan 12 jaar.
Grafkelders
Artikel 28 (niet van toepassing)
ASBUSSEN
Bewaring van asbussen
Artikel 29
Asbussen kunnen op de begraafplaats bewaard worden door bijzetting:
a. in een bestaand graf;
b. in de urnenbewaarplaats van de begraafplaats/ columbarium.
Recht op het bewaren van een asbus
Artikel 30
De artikelen 9 t/m 16 zijn van overeenkomstige toepassing voor degenen die een recht willen vestigen op het bewaren van een asbus op de begraafplaats op een van de in artikel 29 genoemde wijzen.
Ruiming van asbussen
Artikel 31
Ruiming van een asbus na het vervallen van het recht op bewaren van de asbus geschiedt door verstrooiing van de as.
GRAFTEKENS EN GRAFBEPLANTINGEN
Vergunning
Artikel 32
Het bestuur kan uitsluitend aan rechthebbende vergunning verlenen om graftekens en/of beplantingen op eigen graven te doen aanbrengen. Deze moeten voldoen aan de Voorschriften voor het toelaten van graftekens, grafornamenten en grafbeplantingen behorende tot dit reglement en hiervoor door het bestuur vastgesteld.
Deze voorschriften worden op verzoek aan iedere belanghebbende door de beheerder verstrekt. Graftekens, grafornamenten en/of beplantingen, die naar het oordeel van het bestuur niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften of de waardigheid van de begraafplaats aantasten, worden door het bestuur geweigerd en kunnen na aangebracht te zijn door het bestuur op kosten van de rechthebbende worden verwijderd.
Risico schade aan graftekens
Artikel 33
De graftekens blijven binnen de kaders van dit reglement volledig in beheer bij de rechthebbende. Het bestuur is niet verantwoordelijk voor de graftekens en/of voorwerpen die zich op de graven bevinden. Schade aan dan wel veroorzaakt door een grafteken en/of voorwerpen op een graf, door welke oorzaak dan ook, alsmede vermissingen komen geheel voor rekening van de rechthebbende.
Onderhoud graftekens en grafbeplanting
Artikel 34
De graftekens, grafornamenten en grafbeplantingen moeten ten genoegen van het bestuur worden onderhouden door de rechthebbende. Onder behoorlijk onderhoud wordt mede verstaan het doen herstellen, vernieuwen of waterpas stellen van graftekens, grafornamenten en/of beplanting. Wanneer naar oordeel van het bestuur het onderhoud wordt verwaarloosd, zal rechthebbende schriftelijk worden gesommeerd dit herstel of onderhoud te doen plaatsvinden. Afschrift van deze sommatie wordt, als de rechthebbende onbereikbaar is, bij het graf, de ingang van de begraafplaats en het parochiecentrum aangeplakt. Na een jaar is het bestuur gerechtigd ofwel het omschreven herstel of onderhoud op kosten van rechthebbende te doen plaatsvinden ofwel het grafteken, grafornamenten/of beplantingen op kosten van rechthebbende te doen verwijderen. Wanneer rechthebbende verklaart deze kosten voor herstel, onderhoud of verwijdering niet te willen voldoen of wanneer rechthebbende deze kosten na uitvoering niet binnen drie maanden na factuurdatum aan het bestuur heeft voldaan of wanneer de rechthebbende niet heeft gereageerd op de sommatie vervalt het grafrecht zonder dat een evenredige terugbetaling kan worden verlangd. De aangeplakte sommatie wordt eerst verwijderd indien de rechthebbende in het onderhoud voorziet of het grafrecht is vervallen.
Plaatsen, verwijderen, herplaatsen van een grafteken door rechthebbende
Artikel 35
Opdracht tot het plaatsen van een grafteken, tot het verwijderen van een grafteken voor een bijzetting en tot het herplaatsen daarvan na een bijzetting moet worden gegeven door de rechthebbende. Wanneer een verwijderd grafteken zich op de begraafplaats bevindt en niet binnen drie maanden na de bijzetting wordt herplaatst, is het bestuur gerechtigd de delen daarvan van de begraafplaats te doen verwijderen en te doen vernietigen op kosten van de rechthebbende.
Tijdelijke verwijdering grafteken door de beheerder
Artikel 36
1. Indien het vanwege het beheer van de begraafplaats naar het oordeel van de beheerder nodig is, kunnen het grafteken, grafornamenten en/of de beplanting van het graf van een rechthebbende op last van en voor rekening van het bestuur worden weggenomen en kan op het graf tijdelijk zand worden gedeponeerd. De rechthebbende wordt hiervan tevoren in kennis gesteld.
2. Verwelkte bloemen en ontsierende voorwerpen kunnen door beheerder zonder voorafgaande waarschuwing van de graven worden verwijderd.
Verwijdering graftekens na einde grafrecht
Artikel 37
Binnen drie maanden na het eindigen van het grafrecht kunnen grafteken, grafornamenten en/of beplanting door de rechthebbende van het graf worden verwijderd. Indien de rechthebbende na verloop van drie maanden van deze mogelijkheid geen gebruik heeft gemaakt, is het bestuur gerechtigd grafteken, grafornamenten en/of beplanting op kosten van rechthebbende te doen verwijderen en te doen vernietigen.
TARIEVEN EN ONDERHOUD
Tarieven
Artikel 38
Voor het vestigen en verlengen van een grafrecht en voor bijzettingen worden tarieven geheven.
Het tarief voor het grafrecht is samengesteld uit:
a. een bedrag voor de werkzaamheden aan het graf;
b. een bedrag voor de huur van de grafruimte voor de duur van het grafrecht;
c. een bedrag ter bestrijding van de kosten van het door het bestuur uit te voeren algemeen onderhoud van de begraafplaats voor de duur van het grafrecht.
Het bestuur stelt een afzonderlijke lijst op van de voor de begraafplaats geldende tarieven. Deze tarieven worden naar het oordeel van het bestuur elk jaar aangepast.
Algemeen onderhoud
Artikel 39
Het bestuur zal zorg dragen dat de afrasteringen en/of ommuringen, de gebouwen, de paden, de groenvoorziening en de beplanting van de begraafplaats worden onderhouden. Tot dit onderhoud van de begraafplaats behoren de werkzaamheden aan de groenvoorziening en de beplanting op en onmiddellijk achter de graven, in zoverre deze niet overeenkomstig artikel 32 door de rechthebbende zijn aangebracht.
Beperking onderhoudsverplichting
Artikel 40
Het bestuur verplicht zich aan het in artikel 39 omschreven onderhoud te besteden maximaal de bedragen die uit de tarieven op grond van artikel 38 voor onderhoud zijn verkregen en daarvoor per jaar beschikbaar zijn, alsmede eventueel van overheidswege daarvoor verkregen subsidies. Deze beperking van de onderhoudsverplichting geldt in het bijzonder na sluiting of geslotenverklaring van de begraafplaats.
Ruimen van graven en asbussen
Artikel 41
Het bestuur heeft het recht de graven en de in de urnenbewaarplaats bewaarde asbussen, waarvan de rechten meer dan drie maanden vervallen zijn, te doen ruimen, met inachtneming van de wettelijke termijn.
OVERGANGSBEPALING
Artikel 42
Indien de tijdsduur, welke in het verleden op de begraafplaats aan een grafrecht werd verbonden, niet meer aantoonbaar is vast te stellen, wordt deze door het bestuur bij het van kracht worden van dit reglement vastgesteld op 30 jaren. Het tariefonderdeel van de grafhuur, zoa1s bedoeld in artikel 38 is derhalve gedurende deze periode niet verschuldigd.
Rechthebbenden met een grafrecht dat aantoonbaar voor onbepaalde tijd is verleend, zijn niet het tariefonderdeel verschuldigd voor de grafhuur, zoals bedoeld in artikel 38, lid 2 sub b.
SLOTBEPALINGEN
Sluiting van een begraafplaats
Artikel 43
Het bestuur behoudt zich het recht voor de begraafplaats voor begravingen en voor het bewaren van asbussen te sluiten of gesloten te doen verklaren.
Het bestuur is niet aansprakelijk voor opgravings- en overplaatsingskosten van resten en/of graftekens naar een andere begraafplaats.
Klachten
Artikel 44
Belanghebbenden kunnen omtrent feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij het bestuur een schriftelijke klacht indienen. Het bestuur zal binnen dertig dagen na ontvangst van de klacht beslissen en de klager schriftelijk daarvan in kennis stellen.
Onvoorzien
Artikel 45
Voor de begraafplaats gelden de bepalingen van de Wet op de Lijkbezorging en aanverwante regelingen. Dit reglement wordt geacht daarmee niet strijdig te zijn. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.
Vervallenverklaring eerdere reglementen
Artikel 46
Het bestuur herroept de bepalingen en voorschriften van eerdere reglementen de begraafplaats betreffende en stelt dit reglement daarvoor in de plaats.
Wijziging reglement
Artikel 47
Het bestuur is gerechtigd dit reglement te wijzigen, na daartoe verkregen bisschoppelijke goedkeuring. Dit reglement is vastgesteld in de vergadering van het bestuur d.d. 6 november 2001 en goedgekeurd door de bisschop van Roermond en van toepassing verklaard met ingang van 1 januari 2002.
Bijlagen bij het reglement voor het beheer van de begraafplaatsen (art. 32)
1.Voorschriften voor het toelaten van graftekens, grafornamenten en grafbeplantingen
a. Afmetingen:
De maximale afmetingen toegestaan voor graftekens zijn:
Hoogte boven maaiveld: 90 cm
Breedte: 80 cm
Lengte: 120 cm
Op het “oude” kerkhof zijn afwijkingen van de hierboven vermelde afmetingen toelaatbaar na schriftelijke instemming van het kerkbestuur/beheerder.
b. Materialen
Toelaatbare materialen voor de vervaardiging van graftekens en grafornamenten zijn: natuursteen, keramiek, metaal en verduurzaamde houtsoorten.
De grafornamenten mogen de omtrekslijnen van het grafteken niet overschrijden.
De onderdelen van het grafornament moeten vast aan het grafteken verbonden zijn.
Als kleur van de graftekens en grafornamenten zijn alle schakeringen tussen wit en zwart toegestaan..
Op graftekens mogen uitsluitend christelijke grafornamenten worden aangebracht.
Omtrent de kleuren van de grafornamenten wordt verwezen naar het hierboven vermelde.
Op de graftekens mogen desgewenst foto’s van de overledenen worden aangebracht. De hierbij toegestane maximale afmetingen zijn 20 cm bij 15 cm.
Uitzonderingen op het hierboven gestelde zijn mogelijk na overleg met het bestuur/ de beheerder; zij behoeven schriftelijke goedkeuring van het bestuur.
c. Op een grafteken mogen potplanten en bloemen (in vazen) worden geplaatst. Het is
toegestaan op een graf losse bloemen te leggen. Op een graf mogen éénjarige en winterharde
gewassen worden geplant.
d. De winterharde gewassen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door besnoeiing binnen de oppervlakte worden gehouden.
Indien rechthebbende hieraan geen gevolg geeft, is het bestuur gerechtigd voor rekening van de rechthebbende zodanige maatregelen te nemen dat voldaan wordt aan het bepaalde in dit artikel.
e. Het plaatsen van bomen, heesters en andere vaste (winterharde) planten, evenals andere materialen, rondom het graf is niet toegestaan.
f. Alle bepalingen omtrent graftekens en grafornamenten zijn ook van toepassing op kindergraven.