Reglement voor het beheer van de begraafplaats van de R.K. parochie van de H. Lambertus, Neeritter

I Algemene Bepalingen

Begripsaanduidingen

Artikel 1

In dit reglement wordt verstaan onder:

a. bestuur: het Kerkbestuur van de R.K. parochie van de H. Lambertus te Neeritter, eigenaresse van de begraafplaats;

b. begraafplaats: het terrein bestemd voor het begraven van overledenen,  voor het bijzetten van asbussen en voor verstrooiing van assen van overledenen in het columbarium, geheten R.K. begraafplaats, gelegenaan de Molenstraat te Neeritter;

c. beheerder: degene die door het bestuur is belast met de dagelijkse leiding en het beheer van de begraafplaats;

d. eigen graf/eigen urnennis: een ruimte op de begraafplaats,bestemd voor het begraven van een overledene of het bij zetten van een asbus in het columbarium c.q. graf, waarvan het gebruiksrecht voor de duur van 20 jaar is verleend aan één rechthebbende volgens de voorwaarde van dit reglement, welk recht kan worden verlengd;

e. rechthebbende: de meerderjarige persoon aan wie het recht op een eigen graf of urnen nis is verleend;

f. grafrechten: het recht op een eigen graf en het recht op bewaring van een asbus in het columbarium c.q. graf, voor 20 jaar;

g. bijzetting:

1. het plaatsen van een asbus/urn in het columbarium graf; 

2. het begraven van een overledene in een graf waarin reeds een overledene is begraven;

h. asbus: hermetisch afgesloten koker met as van diens naam en voorletters, evenals een registratienummer in onuitwisbare letters en cijfers vermeld staan;

i. urn: voorwerp waarin een of meer asbussen zijn opgeborgen. De bepalingen voor asbussen in dit reglement gelden ook voor urnen;

j. columbarium: voorziening op de begraafplaats waarin asbussen of urnen in een onverbrekelijk afgesloten ruimte dan wel hecht aan de plaats van bijzetting verbonden worden opgeborgen.

k.strooiveld.

Bestuur

Artikel 2

Het bestuur is gebonden aan het algemeen reglement voor het bestuur van een parochie van de Rooms Katholieke Kerk in Nederland en ter zake van het beheer van de begraafplaats bovendien aan dit reglement.

Beheerder

Artikel 3

Het bestuur kan een van zijn leden of een andere persoon, in dit reglement te noemen de beheerder, belasten met de dagelijkse leiding en het beheer van de begraafplaats.

De beheerder is bevoegd om namens het bestuur opdrachten te verlenen, het beheer van de begraafplaats betreffende en om namens het bestuur grafrechten te verlenen.

Bescheiden voor een begraving

Artikel 4

Voor de begraving dient het verlof tot begraving en tot de bezorging van de as te worden getoond.

De voor de begraving en bewaring van een asbus noodzakelijke bescheiden, zoals de grafakte en de kwitantie van betaling van de verschuldigde rechten of een deugdelijk bewijs van begraving of bewaring van een asbus voor rekening van derden en de eventuele autorisatie van de rechthebbende moeten voor de begraving c.q.bewaring aan de beheerder worden overgelegd.

De begraving van een overledene en de bewaring van een asbus

Artikel 5

1. Een begraving of de bijzetting vaneen asbus geschiedt op een dag en uur, met de beheerder tevoren overeen te komen en volgens aanwijzing van de beheerder.

De begraafplaats is niet toegankelijk voor de lijkwagen of de volgwagens.

De beheerder kan, uitsluitend voor mindervalide, uitzondering toestaan.

Werkzaamheden op de Begraafplaats

Artikel 6

1. Het delven en dichten van graven, het openen van een graf, het opdelven van stoffelijke resten en het bijzetten van asbussen geschieden uitsluitend door het personeel van de begraafplaats, of  in opdracht van het bestuur, door derden.

2. Het bestuur geeft aan hen, die door de rechthebbenden zijn belast met de bouw, de aanleg of het onderhoud van de graftekens en/of beplantingen gelegenheid om hun werkzaamheden te verrichten op tijden dat de begraafplaats daarvoor geopend is. Zij volgen hierbij de aanwijzingen van de beheerder.

3. Geen werkzaamheden mogen worden verricht op zon- en feestdagen en tijdens begravingen en diensten in de kerk. 

4. Iedere dag dienen gereedschappen, afkomende materialen en hulpmaterialen te worden meegenomen of te worden geplaatst of gestort volgens aanwijzingen van de beheerder.

Bezoekers

Artikel 7

Het bestuur bepaalt de tijden, waarop de begraafplaats voor bezoekers toegankelijk is.

De begraafplaats is voor auto’s en voor fietsen (al of niet met hulpmotor) gesloten. 

De beheerder kan voor mindervalide een uitzondering toestaan.

Honden worden alleen aangelijnd op de begraafplaats toegelaten.

Bezoekers worden verzocht luidruchtigheid te vermijden.

 Voor het houden van dodenherdenkingen of plechtige onthulling van een grafteken moet tevoren schriftelijke toestemming zijn verkregen van het bestuur.

Administratie

Artikel 8

1. Het bestuur is verantwoordelijk voor de wettelijke verplichting tot het voeren van de administratie van de begraafplaats.

De administratie bevat in ieder geval een register van de overledenen met vermelding van hun registratienummer en aanduiding van de plaats op de begraafplaats waar zij begraven zijn, evenals een dergelijk register van de bewaarde asbussen. 

Deze registers zijn openbaar. Daarnaast bestaat er het nabestaandenbestand grafrechten, waarin de namen en adressen van alle rechthebbenden worden geregistreerd.

2. Het boekjaar van de begraafplaats loopt van 1 januari tot en met 31december. 

Alle rechten, verleend in het eerste halfjaar worden geacht te zijn verleend per 1 januari daaraan voorafgaand. 

Alle rechten verleend in het tweede halfjaar worden geacht te zijn verleend per 1 januari  daaropvolgend.

grafrechten

Schriftelijke overeenkomst

Artikel 9

Een grafrecht wordt gevestigd door een schriftelijke overeenkomst met het bestuur, genaamd grafakte.

Uitgifte van graven

Artikel 10

De graven van een gravenveld worden in volgorde, door de beheerder te bepalen, uitgegeven. Het is niet mogelijk een bepaalde grafruimte te reserveren, tenzij een recht wordt verworven als bedoeld in artikel 11.

Recht op eigen graf of urnennis

Artikel 11

Het bestuur kan aan een meerderjarig persoon het uitsluitend recht verlenen om voor twintig jaar gebruik te maken van een bepaalde grafruimte of urnennis, ten behoeve van hemzelf, de echtgenoot, pleeg of stiefkind of bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad.

Dit recht wordt verleend onder de voorwaarden, in dit reglement gesteld of door het bestuur later te stellen. In ieder geval moet betaling op grond van artikel 39 van dit reglement zijn geschied en moet bij de rechtsverkrijging schriftelijk worden ingestemd met het ruimen van het graf of de urnennis (artikel42) wanneer dit recht, door welke oorzaak dan ook, geëindigd is.

Adres rechthebbende

Artikel 12

De rechthebbende is verplicht zijn adres aan het bestuur op te geven, alsmede de wijziging van zijn adres.

Overlijden rechthebbende

Artikel 13

Na overlijden van een rechthebbende moeten de rechtverkrijgenden een persoon aanwijzen,  die als rechthebbende zal optreden. 

Deze persoon moet met vermelding van zijn adres aan het bestuur schriftelijk worden bekend gemaakt, binnen één jaar na bedoeld overlijden. 

Wanneer na één jaar na bedoeld overlijden geen aanwijzing, zoals hierboven omschreven, heeft plaatsgevonden en aan het bestuur is gemeld, vervalt het verleende grafrecht.

Er bestaat dan geen recht op evenredige terugbetaling.

Overdracht grafrecht

Artikel 14

Een rechthebbende kan zijn rechten aan een ander persoon overdragen, wanneer dit schriftelijk geschiedt en een afschrift van deze overdracht met vermelding van het adres van de rechtsopvolger, door de rechthebbende aan het bestuur is toegezonden.

Overdracht aan een ander dan de echtgenoot, pleeg- of stiefkind of een bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad van de rechthebbende is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan naar het oordeel van het bestuur.

Weigering tot begraving of bijzetting

Artikel 15

Het bestuur behoudt zich het recht voor, ook nadat grafrechten zijn verleend, om canonieke redenen begraving van een overledene en met name de bijzetting in een enkel- of dubbelbreed graf te weigeren, onder teruggave van de reeds betaalde rechten, of alleen de begraving op een bepaald gedeelte van de begraafplaats toe te staan.

Ontbindende voorwaarden grafrechten

Artikel 16

Het bestuur verleent grafrechten uitdrukkelijk voor de tijd, gedurende welke het terreingedeelte, waarin zich de graven en het columbarium bevinden, tot de begraafplaats blijft behoren en voor de tijd dat de begraafplaats in exploitatie blijft. 

Aan de toegekende grafrechten kan geen titel ontleend worden zich te verzetten tegen de bestemmingsverandering van (een gedeelte van) de begraafplaats of tegen de voorgenomen sluiting of gesloten verklaring van de begraafplaats.

III Het verlengen van grafrechten

Schriftelijk informeren van de rechthebbende

Artikel 17

1. Het bestuur zal uiterlijk 6 maanden voor het verstrijken van een termijn, waarvoor grafrechten zijn verleend en die kunnen worden verlengd, de rechthebbende schriftelijk attenderen op het termineren van de grafrechten en de voorwaarden bekend maken, waaronder deze grafrechten kunnen worden verlengd voor een termijn van tien jaar.

2. Indien het adres van de  rechthebbende onjuist of onbekend is, zal getracht worden het adres te achterhalen bij de afdeling bevolking van het gemeentehuis.

3. Indien het adres van de rechthebbende niet ingevolge lid 2 kan worden achterhaald, dan zal bij het ontbreken van het adres het termineren van de termijn door aanplakking worden meegedeeld bij het graf of urnennis en bij de ingang van de begraafplaats. 

De mededeling blijft aangeplakt tot het einde van de termijn van het grafrecht.

Verzoek rechthebbende

Artikel 18

1. Een rechthebbende kan binnen twee jaren voor de afloop van determijn schriftelijk verlenging van zijn rechten aanvragen voor een aansluitende termijn van tien jaren.

2. Het bestuur zal een aanvrage ingevolge lid 1 inwilligen.

Indien bijzondere redenen, zoals de ruiming van een gravenveld, de voortzetting van het grafrecht in de weg staan, zal een graf elders op de begraafplaats worden aangeboden,  alwaar het grafrecht kan worden voortgezet. 

De kosten van de overbrenging van de stoffelijke resten komen voor rekening van het bestuur.

Voorwaarden voor verlenging

Artikel 19

1. De verlenging van grafrechten wordt slechts verleend wanneer het onderhoud van het graf zich naar het oordeel van het bestuur niet bevindt in kennelijke staat van verwaarlozing en op de voorwaarden geldend op het tijdstip waarop de verlenging ingaat en volgens de alsdan geldende tarieven.

2. Het bestuur behoudt zich het recht voor de grafrechten, in zoverre geen gebruik tot begraven is gemaakt, niet te verlengen. In dat geval wordt de rechthebbende in de gelegenheid gesteld elders op de begraafplaats een grafrecht te vestigen.

Verlenging bij bijzetting

Artikel 20

Wanneer in een eigen urnennis, bestemd voor het bijzetten van asbussen van meerdere overledenen een bij zetting heeft plaatsgevonden, wordt een lopende termijn van het grafrecht verlengd, indien daarvan vijftien of meer jaren verstreken zijn en wel met tien jaren, te rekenen vanaf de datum van bijzetting.

IV Einde van de grafrechten

Artikel 21

De grafrechten vervallen:

a. door het verlopen van de gestelde termijn;

b. indien de betaling van een overeengekomen verlenging van het grafrecht niet binnen een jaar na aanvang van de verlenging overeenkomstig artikel 39 van dit reglement is geschied;

c. indien de rechthebbende is overleden en geen aanwijzing en mededeling volgens artikel 13 heeft plaatsgevonden;

d. indien een terreingedeelte, waarin zich de graven en het columbarium bevinden, aan de bestemming van begraafplaats wordt onttrokken of wanneer de begraafplaats niet meer als zodanig wordt geëxploiteerd overeenkomstig artikel 16;

e. indien de aankondiging van het aflopen van de termijn van het grafrecht overeenkomstig artikel 17 bij het graf of urnennis en bij de ingang van de begraafplaats aangeplakt is geweest en de rechthebbende gedurende die periode niet heeft gereageerd; 

f. indien de rechthebbende het onderhoud van grafteken of beplanting verwaarloost en na sommatie weigert te doen herstellen of de herstelkosten te voldoen, overeenkomstig artikel 35;

g. indien de rechthebbende bij onderhandse verklaring afstand doet van een verkregen grafrecht.

Wanneer nog geen gebruik werd gemaakt van het recht tot begraven of bijplaatsing van een asbus, kan een evenredige terugbetaling plaatsvinden.

V Indeling van de begraafplaats en onderscheid van de graven

Indeling door bestuur

Artikel 22

Het bestuur behoudt zich het recht voor de aanleg en de indeling van de begraafplaats, de bestemming van de gravenvelden en het onderscheid in graven en urnennissen vast te stellen en te wijzigen.

Soorten van graven

Artikel 23

1. Het bestuur verleent rechten op het tijdelijk gebruik van:

 a. een eigen enkel graf in een vak, waarop toegelaten worden graftekens van betreffende model.

 b. een eigen enkel graf in een vak, waarop toegelaten worden graftekens na afzonderlijke goedkeuring.

 c. een eigen kindergraf of een eigen graf voor een doodgeborene of een onvoldragen vrucht in een vak, waarop toegelaten worden graftekens na afzonderlijke goedkeuring. 

2. De modellen graftekens worden omschreven in de voorschriften voor het toelaten van graftekens en grafbeplantingen, zoals voorzien in artikel 33.

Familiegraven

Artikel 24

Familiegraven worden op het R.K.kerkhof te Neeritter niet (meer) toegestaan.

Enkeldiep graven

Artikel 25

Worden op het R.K. kerkhof te Neeritter niet (meer) toegestaan.

Dubbelbrede graven

Artikel 26

Een z.g. dubbel graf is bestemd voor het begraven van twee personen. In een dubbel graf worden twee overledenen boven elkaar (niet naast elkaar) begraven. 

Kindergraven

Artikel 27

In een kindergraf wordt een overleden kind begraven dat niet ouder was dan 12 jaar.

Eigen urnennis

Artikel 28

In een eigen urnennis kunnen een of twee asbussen worden bijgezet.

Grafkelders

Artikel 29

Grafkelders worden op het RK. kerkhof te Neeritter niet toegestaan.

VI Asbussen

Bewaring van asbussen

Artikel 30

Asbussen kunnen op de begraafplaats bewaard worden door bijzetting in een urnennis in het columbarium op het RK. kerkhof, dan wel bijzetting in een enkel graf. 

De nissen worden in volgorde in gebruik genomen en wel te beginnen bij de bovenste rij links en zo vervolgend. Voorkeur is niet mogelijk.

Artikel 31

De artikelen 9 t/m 16 zijn van overeenkomstige toepassing voor degenen die een recht willen vestigen op het bewaren van een asbus op de begraafplaats op de in artikel 30 genoemde wijze.

Ruiming van asbussen

Artikel 32

Ruiming van een asbus na het vervallen van het recht op bewaren van de asbus geschiedt door verstrooiing van de as.

VII Graftekens en grafbeplantingen

Vergunning

Artikel 33.a

Het bestuur kan uitsluitend aan rechthebbenden vergunning verlenen om graftekens en/of beplantingen op eigen graven te doen aanbrengen.

Deze moeten voldoen aan de Voorschriften voor het toelaten van graftekens en grafbeplantingen behorende tot dit reglement en hiervoor door het bestuur vastgesteld of later vast te stellen.

Deze voorschriften worden op verzoek aan iedere belanghebbende door de beheerder verstrekt. Graftekens en/of beplantingen, die naar het oordeel van het bestuur niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften, worden door het bestuur geweigerd en kunnen na aangebracht te zijn door het bestuur op kosten van de rechthebbende worden verwijderd.

Artikel 33.b

De letters en cijfers die in de afdekplaat van de urnennis worden gegraveerd, worden alleen in zilverkleur afgewerkt en wel door een steenhouwer die door het Kerkbestuur wordt aangewezen.

 Dit om de uniformiteit te bewaren. 

De kosten van het graveren en afwerken zijn voor rekening van de huurder. 

Risico schade aan graftekens

Artikel 34

De graftekens blijven binnen de kaders van dit reglement volledig in beheer bij de rechthebbende. 

Het bestuur is niet verantwoordelijk voor de graftekens en/of voorwerpen die zich bij de graven en/of urnennissen bevinden. 

Schade aan dan wel veroorzaakt door een grafteken en/of voorwerpen op een graf of bij een urnennis, door welke oorzaak ook, alsmede vermissingen komen geheel voor rekening van de rechthebbende.

Onderhoud graftekens en grafbeplanting

Artikel 35

1. De graftekens en grafbeplantingen moeten ten genoegen van het bestuur worden onderhouden door de rechthebbende.

Onder behoorlijk onderhoud wordt mede verstaan het doen herstellen, vernieuwen of waterpas stellen van graftekens en/of beplanting.

2. Het plaatsen van bloemen of andere voorwerpen voor de urnennis mag geen hinder veroorzaken aan andere urnennissen. 

Voor, op of naast het columbarium mogen geen versieringen, bloemen of andere voorwerpen worden geplaatst.

3. Wanneer naar het oordeel van het bestuur het onderhoud wordt verwaarloosd zal rechthebbende schriftelijk worden gesommeerd dit herstel of onderhoud te doen plaatsvinden. 

Afschrift van deze sommatie wordt, als de rechthebbende onbereikbaar is, bij het graf of de urnennis en de ingang van de begraafplaats aangeplakt. 

Na een jaar is het bestuur gerechtigd ofwel het omschreven herstel of onderhoud op kosten van rechthebbende te doen plaatsvinden ofwel het grafteken en/of beplantingen op kosten van rechthebbende te doen verwijderen.

Wanneer rechthebbende verklaart deze kosten voor herstel, onderhoud of verwijdering niet te willen voldoen of wanneer rechthebbende deze kosten na uitvoering niet binnen drie maanden na factuurdatum aan het bestuur heeft voldaan of wanneer de rechthebbende in genen dele heeft gereageerd op de sommatie vervalt het grafrecht zonder dat een evenredige terugbetaling kan worden verlangd.

4. De aangeplakte sommatie wordt pas verwijderd indien de rechthebbende in het onderhoud voorziet of het grafrecht is vervallen.

Plaatsen, verwijderen, herplaatsen van een grafteken door rechthebbende

Artikel 36

Opdracht tot het plaatsen van een grafteken, tot het verwijderen van een grafteken voor een bijzetting en tot het herplaatsen daarvan na een bijzetting moet worden gegeven door de rechthebbende. Wanneer een verwijderd grafteken zich op de begraafplaats bevindt en niet binnen drie maanden na de bijzetting wordt herplaatst, is het bestuur gerechtigd de delen daarvan van de begraafplaats te doen verwijderen en te doen vernietigen op kosten van de rechthebbende.

Tijdelijke verwijdering grafteken door de beheerder

Artikel 37

1. Indien het vanwege het beheer van de begraafplaats naar het oordeel van de beheerder nodig is, kunnen het grafteken en/of de beplanting van het graf van een rechthebbende op last van en voor rekening van het bestuur worden weggenomen en kan op het graf tijdelijk zand worden gedeponeerd.

De rechthebbende wordt hiervan tevoren in kennis gesteld.

2. Verwelkte bloemen en ontsierende voorwerpen kunnen door de beheerder zonder voorafgaande waarschuwing van de graven worden verwijdert.

Verwijdering graftekens na einde grafrecht

Artikel 38

Binnen drie maanden na het eindigen van het grafrecht kunnen grafteken en/of beplanting door de rechthebbende van het graf worden verwijdert. 

Indien de rechthebbende na verloop van drie maanden van deze mogelijkheid geen gebruik heeft gemaakt is het bestuur gerechtigd grafteken en/of beplanting op kosten van rechthebbende te doen verwijderen en te doen vernietigen.

VIII Tarieven en onderhoud

Tarieven

Artikel 39

1. Voor het vestigen en verlengen van een grafrecht en voor bijzettingen worden tarieven geheven.

2. Het tarief voor het grafrecht is samengesteld uit:

a. een bedrag voor de werkzaamheden aan het graf;

b. een bedrag voor de huur van de grafruimte c.q. urnennis voor de duur van het grafrecht;

c. een bedrag ter bestrijding van de kosten van het door het bestuur uit te voeren algemeen onderhoud van de begraafplaats,voor de duur van het grafrecht;

3. Het bestuur stelt een afzonderlijke lijst op van de voor de begraafplaats geldende tarieven.

Deze tarieven worden naar het oordeel van het bestuur jaarlijks aangepast, naverkregen goedkeuring van de bisschop van Roermond.

4. Tarieven;  Zie Website: www.cluster-emmaus.nl

Algemeen onderhoud

Artikel 40

Het bestuur zal er zorg voor dragen dat de afrasteringen en/of ommuringen, de gebouwen, de paden, de groenvoorziening en de beplanting van de begraafplaats worden onderhouden.

Beperking onderhoudsplicht

Artikel 41

Het bestuur verplicht zich aan het in artikel 40 omschreven onderhoud te besteden maximaal de bedragen, die uit de tarieven op grond van artikel 39 voor onderhoud zijn verkregen en daarvoor per jaar beschikbaar zijn, alsmede eventueel van overheidswege daarvoor verkregen subsidies.

Deze beperking van de onderhoudsverplichting geldt in het bijzonder na sluiting of gesloten verklaring van de begraafplaats.

Ruiming van graven en asbussen

Artikel 42

Het bestuur heeft het recht de graven en de in het columbarium bewaarde asbussen, waarvan de rechten meer dan drie maanden vervallen zijn, te doen ruimen, met inachtneming van de wettelijke termijn.

IX Overgangsbepaling

Artikel 43

1. Indien de tijdsduur, welke in het verleden op de begraafplaats aan een grafrecht werd verbonden, niet meer aantoonbaar is vast te stellen, wordt deze door het bestuur bij het van kracht worden van dit reglement vastgesteld op 20 jaren. 

Het  tariefonderdeel voor de grafhuur,zoals bedoeld in artikel 39, lid 2 sub

b, is derhalve gedurende deze periode niet verschuldigd.

2. Rechthebbenden met een grafrecht dat aantoonbaar voor onbepaalde tijd is verleend, zijn niet het tariefonderdeel verschuldigd voor de grafhuur, zoals bedoeld in artikel 39, lid 2 sub b.

X Slotbepalingen

Sluiting van een begraafplaats

Artikel 44

Het bestuur behoudt zich het recht voor de begraafplaats voor begravingen en voor het bewaren van asbussen te sluiten of gesloten te doen verklaren. 

Uitsluitend de betalingen voor begravingen, waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden daarna door het bestuur aan rechthebbende terugbetaald. 

Het bestuur is niet aansprakelijk voor opgravings- en overplaatsingskosten van resten en/of graftekens naar een andere begraafplaats.

Klachten

Artikel 45

Belanghebbenden kunnen over feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij het bestuur een schriftelijke klacht indienen. 

Het bestuur zal binnen dertig dagen na ontvangst van de klacht beslissen en de klager schriftelijk daarvan in kennis stellen.

Onvoorzien

Artikel 46

Voor de begraafplaats gelden de bepalingen van de Wet op de Lijkbezorging en aanverwante regelingen. 

Dit reglement wordt geacht daarmee niet strijdig te zijn.

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.

Vervallenverklaring eerdere reglementen

Artikel 47

Het bestuur herroept de bepalingen en voorschriften van eerdere reglementen, de begraafplaats betreffende en stelt dit reglement daarvoor in de plaats.

Wijziging reglement

Artikel 48

Dit reglement heeft de goedkeuring van de bisschop van Roermond.

Het bestuur is gerechtigd dit reglement te wijzigen.

Wijzigingen in dit reglement behoeven eveneens de goedkeuring van de bisschop van Roermond.

De rechthebbenden worden van de wijzigingen in kennis gesteld.

Dit reglement is vastgesteld in de vergadering van het bestuur d.d. 06 juni 2007 en van toepassing 

Verklaard met ingang van 01 januari 2008.