Olympisch Goud

“Als je niet bang bent voor een droom, droom je niet groot genoeg“, sprak  Sifan Hassan vlak voor haar gouden marathon. Zij citeerde daarmee een Amerikaanse boxer. 

In deze zomer onderbreken we op de zondagen zes weken lang de gewone lezing uit het Marcusevangelie om te horen over ons hoogste ideaal. Jezus die ons zegt: “Ik ben het levende Brood.“ Dit is zoveel méér dan wij kunnen dromen: dat Hij onder ons aanwezig wil blijven onder de gedaante van de gezegende hostie. Dit uitleggen of bewijzen schiet altijd tekort; het komt aan op vertrouwen op Jezus woorden.

Het is waard het alledaagse leven in deze vakantietijd te onderbreken om dit geloofsmysterie op ons te laten inwerken. Het raakt ons levensdoel; het bepaalt het eeuwige leven. En het heeft impact op ons leven nu; het mag het doel zijn waarvan wij dromen! Zonder Jezus als dé Allerheiligste dromen wij niet groot genoeg. Het is iedere zondag voor ons bereikbaar. Waarom zouden we dit goud laten liggen? Jezus heeft zijn marathon voor ieder van ons gelopen. En het goud deelt Hij met ons!

Wim Miltenburg fso, pastoor-deken

Een gedachte bij de maand juni

De symboliek van het hart is in de H. Schrijft nog rijker dan bij ons. Een ingekerfd hart in een boom; een tattoo met een hart – we verstaan onmiddellijk de symboliek ervan. In de H. Schrijft is de symboliek van het hart nog verder:  “Behoed je hart meer dan alles wat je moet behoeden, want daar ontspringt de bron van leven.” Ook het denken wordt in het hart gelegd. En we kunnen dat be-amen: Wanneer we iets willen hebben vinden we er allerlei redenen voor: unieke kans, zo goedkoop, ik heb het echt nodig … ”Kijk in mijn hart, doorzoek al mijn gedachten” (Psalm 139,23). Het hart is de plaats van de beslissing, van de psychische neigingen, de plaats van de waarheid, daar waar wij kiezen voor leven of dood. Het is ook de plaats van de ontmoeting.

Zo mogen we ook het H. Hart van Jezus overwegen. Aan het kruis stroomden uit zijn H. Hart bloed en water om ons het leven te geven. Wie dit mysterie overweegt, kan zich zelfs thuis weten in Jezus’ Hart. Zoals mei aan  Maria is toegewijd is juni toegewijd aan het allerheilgst Hart. In deze maand valt ook het hoogfeest van het H. Hart op vrijdag na de 2e zondag na Pinksteren.  Beseffen dat Jezus’ liefde voor ons zo groot is dat wij een plaats hebben in zijn Hart.

Wim Miltenbrug fso, pastoor-deken

Resultaat sponsorloop

In onze parochiefederatie – met name in de parochies die behoren bij de Gemeente Leudal -hebben we aandacht gevraagd voor een sponsoractie van Dirk Jimmink op 3 juni. De totale opbrengst was € 7.651,60, zodat de St.-Servaaskapel in Nunhem en het Theehuisje in Baexem ieder € 3.825,80 ontvangen.

https://www.deltalimburg.nl/article/11958/Prachtige+eindopbrengst+sponsorloop+Dirk+Jimmink+voor+theehuisje+Baexem+en+Sint-Servaaskapel+Nunhem

Opbrengst Vastenactie

De voorlopige opbrengst van onze Vastenactie voor ons dekenale project van  het Pope Francis Home in Tamilnadu in India bedraagt: € 9.000,– (Wat na 1 mei door parochies en anderen is overgemaakt is hierin nog niet verwerkt.) Hiermee kunnen bedden, studie- en eettafels, kookgerei, enz. worden aangeschaft voor het creëren van een warme ondersteunende omgeving voor kansarme kinderen. DANKJEWEL aan alle gevers!

Pasen, onze gezamenlijke verantwoordelijkheid

Zelf heb ik van de Heer de overlevering ontvangen die ik op mijn beurt aan u heb doorgegeven: dat de Heer Jezus in de nacht waarin Hij werd overgeleverd brood nam en na gedankt te hebben het brak en zei: ‘Dit is mijn Lichaam voor u. Doet dit tot mijn gedachtenis’ “  (1 Kor. 11, 23v).

In mijn eigen roepingsgeschiedenis heeft de gedachte waarom zijn er nu minder priesters me een aanstoot gegeven om zelf de weg van het priesterschap op te gaan. Om zo het geloof door te geven en de H. Mis te vieren. Nu zijn we een halve eeuw verder en ik moet constateren dat de groep kerkgangers klein is geworden. De oorzaak gaat al verder terug: toen de innerlijke beleving en motivatie niet meer gevoeld werden, was de ziel eruit en bleven het nog slechts overgeleverde gebruiken. De vorige generatie heeft hier doorheen geprikt en voor de huidige generatie is het katholieke geloof grotendeels vreemd geworden. Met als gevolg: we vieren de liturgie met enkele mensen in grote kerkgebouwen. We ontkomen er niet meer aan om deze nu  deels een herbestemming te gaan geven.

Dit is ingrijpend; speciaal voor degenen die er trouw komen en degenen die hierover moeten besluiten, want het gaat om kerken in parochies die al vele eeuwen bestaan:

Beegden: In Beegden is  bij de herbouw van de kerk na WO II een fundament van maaskeien gevonden dat vermoedelijk uit de 13e eeuw stamde en toebehoorde aan een zaalkerkje. In 1242 was er overigens voor het eerst schriftelijk sprake van een parochie.

Ell wordt al in 1242 in de archieven genoemd. De eerste kerk werd in 1823 gebouwd, daarvoor stond er een middeleeuwse kapel

Heel, voorheen Catualium genoemd. Het middelpunt van de parochie is de Stephanuskerk waarvan de toren nog dateert uit de elfde of twaalfde eeuw. Hier is de kerk tegenaan gebouwd. Over de parochie lezen we: Tot 1251 was de kerk van Heel de moederkerk van Wessem, Grathem en Beegden.

Hunsel: Omstreeks 1300 werd de romaanse toren in mergelsteen gebouwd. De eigenlijke kerk werd in 1839 vervangen door een bakstenen kerk in neoclassicistische stijl, waarbij de toren behouden bleef. Deze is in 1944 opgeblazen

Ittervoort: Het kerkgebouw dateert uit 1844. De naam Ittervoort werd voor het eerst vermeld in 1252, terwijl er in 1343 melding werd gemaakt van een brug op die plaats. Tot de Franse Revolutie hoorde Ittervoort bij het abdijvorstendom Thorn.

Neeritter wordt na 1100 gesticht op initiatief van het Lambertuskapittel in Luik. In 1143 verschijnt de eerste schriftelijke vermelding: Itera (…) nova oftewel ‘Nieuw-Itteren’. … Het oudste deel van de kerk is een romaanse toren uit de 13e eeuw.

Thorn. Rond 975 werd door H. Ansfried – later bisschop van Utrecht – de abdij gesticht als adellijk benedictinessenklooster. De kerk werd grotendeels gebouwd in de 14e eeuw en verving een ouder bouwwerk, waarvan enkele stenen in de toren en de crypte nog bewaard zijn.

Wessem. De kerk werd oorspronkelijk gebouwd omstreeks het jaar 946. De huidige kerk is de vierde kerk en de architect Peutz heeft er nog elementen in verwerkt die verwijzen naar een Romeins verleden. Vermoedelijk is dit de oudste plaats van Midden Limburg waar een godshuis heeft gestaan. Zeer waarschijnlijk zagen de Vikingen (9e eeuw) de Villa Wessem met zijn eerste kerkje en Romeinse toren toen zij de Maas afzakten voor hun plunderingen [zie Verborgen Wessem].

Deze summiere geschiedenis roept de vraag op hoe wij met ons geloofsgoed omgaan. Hebben we hierin niet een verantwoordelijkheid naar komende generaties? De beleving van het geloof in de afgelopen decennia leert ons, dat je om de overlevering door te kunnen geven er zelf ook in moet geloven. Zo heeft de apostel Paulus dat gedaan samen met de andere eerste geloofsgetuigen. Hun enthousiasme voor Jezus werkte aanstekelijk. Zonder de inhoud van de Blijde Boodschap blijft het anders buitenkant. En de kern van deze boodschap is Pasen: Jezus is opgestaan uit de doden.

Vaker denk ik dat wij in onze tijd, ondanks een kleine groep van gelovigen, een schakel zijn naar komende generaties. Het kan heel goed zijn dat degenen die nu en straks opgroeien ons gaan verwijten waarom we zo onverschillig met het christelijk geloofsgoed zijn omgegaan, terwijl het zo’n rijkdom bevat, die generaties lang het leven van mensen heeft bepaald. We hebben als gelovige katholieken juist nu een verantwoordelijkheid om dit geloof in Jezus door te geven, met daarbij als hoogtepunt Jezus’ verrijzenis. “Als wij verkondigen dat Jezus uit de doden is opgestaan, hoe is het dan mogelijk dat sommigen onder u bewaren dat er geen opstanding uit de doden bestaat … Christus is opgestaan uit de doden! (1 Kor 15,12.20b).”

Het doorgeven van het geloof is niet in de eerste plaats een kwestie van erover spreken, maar meer het geloof beléven. Vanuit het geloof leven! Ernaar leven dat we paasmensen zijn; leven vanuit het geloof in de verrijzenis. Dan drukken we uit hoe we in het leven staan. Hét kenmerk van de eerste christenen was: Het breken van het Brood op de dag des Heren, een uitdrukking van de viering van de Eucharistie op de zondag. Daartoe zijn onze kerken geconsacreerd en kunnen we die ook niet zomaar een andere bestemming geven, zonder bisschoppelijk decreet van een onttrekking aan de eredienst. Gezien het geringere aantal kerkgangers kunnen we hier ondanks de rijke geschiedenis echter niet aan ontkomen.

Uiteindelijk is niet de locatie waar we voor de liturgie samenkomen het belangrijkste, maar dat we het christelijk geloof in onze grotere regio – zoals bijvoorbeeld onze parochiefederatie Emmaus als geheel – kunnen bewaren, beleven en doorgeven. Het gaat om een verantwoordelijkheid die over parochiegrenzen heengaat. En juist zulke gezamenlijke vieringen kunnen het mooie van ons paasgeloof sterker uitstralen, als uitnodiging naar degenen die het katholieke geloof willen gaan ontdekken. We merken nu al: voor mensen die het geloof belangrijk vinden is niet de locatie van de kerk het belangrijkste, maar samen met anderen in een kerk de vreugde van het geloof vieren. Versterken we die geloofsband met elkaar over bestaande grenzen heen. Zalig paasfeest.

Wim Miltenburg fso, pastoor-deken

Kan er wel vrede komen?

Dit woord schrijf ik in de advent nu we ons voorbereiden op Christus’ komst. Vredevorst wordt Hij genoemd (vgl. Jes.9,5). Kunnen we Kerstmis vieren als feest van vrede nu de wereld in brand staat?  Anderzijds, we ervaren juist nu dat wij mensen alleen niet in staat zijn vrede te bewerkstelligen. Komt het ooit goed in Oekraïne? in Israël en Gaza? enz. Er gebeurt zoveel dat de haat tussen volkeren en mensen aanwakkert, dat we juist nu een antwoord nodig hebben om het geweld te overwinnen.

Jezus’ komst bereiden we voor in de advent. Om zo ons hart open te stellen voor een bereidheid tot bekering en verzoening. In het groot en in het klein. Bekering betekent bereid zijn om nieuwe kansen te geven, om elkaar te vergeven. Dat is dan meer ‘sorry’ zeggen. Daarvoor is er vaak te veel gebeurd. Beseffen dat Jezus voor alle mensen gekomen is, kan ons al milder stemmen. Het ook voor onze tegenstander kunnen bidden is een stap op weg naar die verzoening en naar vrede. Als mensen elkaar veel hebben aangedaan, is verzoening niet vanzelfsprekend. Een begin kan zijn: bidden om de kracht eens stappen in die richting te gaan zetten. Overwegen voor wie en waarom Jezus met Kerstmis in onze wereld gekomen is, maakt ons hart milder. Hij heeft zelf gebeden voor degenen die Hem volkomen ten onrechte veroordeeld en zoveel aangedaan hadden: Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen (Luc. 23,34).

Hij kwam zo kwetsbaar als klein Kind en moest al onmiddellijk na zijn geboorte vluchten … Niet welkom en bedreigd! Ja, God was het die in Christus de wereld met zich verzoende: Hij telde de fouten van de mensen niet en ons gaf Hij de boodschap van de verzoening mee (2 Kor. 5,19).

Terug naar de wereld en de tijd van nu: laten we ons niet meeslepen in een denken dat de vrede zal komen door meer wapens en het verslaan van de tegenstander. Dat kán niet de christelijke boodschap zijn. Gaan we voor een christelijk antwoord: de bekering van het hart, dat de haat overwint en misschien zelfs op de langere duur tot de bereidheid kan komen om de ander te vergeven. Dit is altijd een persoonlijke stap van bekering; geen vergelding, maar vergeving. Het is de enige weg naar een samenleving waarin mensen in vrede met elkaar kunnen leven. In onze kleine wereld kunnen we zelf stapjes zetten. Hanteren wij zonder ophouden het wapen van gebed (vgl. Ef. 6,18) dat dan ook in de grote wereld vrede doorbreekt. Wensen we elkaar die vrede naar de woorden van de apostel Paulus: genade en vrede voor 2024.

Wim Miltenburg fso, pastoor-deken

Europa – Meimaand – Koningin van de vrede

Wat doen we tegen de oorlog in Oekraïne? Met dodenherdenking en Bevrijdingsdag stonden we er extra bij stil, zeker nu Zelenski ons land bezocht. En ik merk: we denken ineens heel anders over defensie en wapenleveranties. Het is verleidelijk om in juichstemming te komen als Oekraïne een slag wint en te zwijgen over de vele slachtoffers die er aan Russische zijde vallen. Die slachtoffers plaatsen we buiten ons denkkader. Ik wil hier geen politiek of militair advies geven – ik snap dat Oekraïne zich verdedigt – maar het is frappant hoe ons denken omgeslagen is. Wat is nu een christelijke houding?

Paus Franciscus pleit onophoudelijk voor de-escalatie. De eerste vraag is niet of een oorlog gerechtvaardigd is, maar wat zijn de gevolgen voor de allerarmsten en de ecologie? Een pauselijke adviseur tweette: beter een onrechtvaardige vrede dan een rechtvaardige oorlog. Wat kunnen we als christen doen? Alles wordt beslist buiten ons om. Maar we zouden wel veel meer het wapen van het gebed kunnen inzetten. Verder hieronder iets over de kracht van het gebed tegenover militaire wapens.

In de vastentijd heeft de Commissie van Europese Bisschoppenconferenties een eucharistische gebedsestafette onder de 39 leden georganiseerd. Iedere dag was een land aan de beurt om voor de slachtoffers en voor eht herstel van de vrede in Oekraïne te bidden. We begonnen in Albanië en op 17 maart was Nederland aan de beurt. In het dekenaat Thorn hadden we een H. Mis in de Kapel Onder de Linden; er waren mensen uit heel het dekenaat. Ik was niet ontevreden, maar denk tegelijk dat de koster gelijk had, die zei: er hadden ook wel wat meer mensen kunnen komen.

Tegenover oorlogsgeweld, dat nu plaats vindt, staan wij tamelijk machteloos. We vinden er wat van, spreken ons erover uit en delen dat met elkaar. Maar is het niet nodig met geloof en vertrouwen het wapen van het gebed aan te grijpen? Er zijn oorlogen gestopt door het rozenkransgebed.

Na de Tweede Wereld Oorlog heerste de Sovjet-Unie over Oost-Europa. En ook de hoofdstad van Oostenrijk Wenen is tien jaar lang bezet door Sovjettroepen. Op 13 mei 1955 vertrokken deze ineens en zonder enig geweld te gebruiken uit het economisch belangrijke en strategisch gunstig gelegen Oostenrijk. Waarom trokken ze daar ineens weg? De oorzaak wordt toegeschreven aan het rozenkransgebed. Gedurende acht jaar had pater Petrus Pavlicek publiekelijk rozenkranstochten georganiseerd. Op het eind namen hier wel een half miljoen mensen aan deel …

Voor ons een uitnodiging om met dit gebed de Koningin van de vrede ook nu aan te roepen voor het herkrijgen van die vrede.

Wim Miltenburg fso, pastoor-deken

Jezus herkennen

Onze bisschop heeft voor alle kerkgangers met Pasen een paaskaart met afbeelding van de Emmausgangers. De tekst erbij is een oproep:  Hoe vaak heb ik Hem niet doorzien omdat ik Hem niet zag, hoewel Hij net zo naast mij liep …  Een paasevangelie voor onze tijd! Jezus trekt met ons mee, zonder dat wij het in de gaten hebben. En wat gebeurt er onderweg? Hij herinnert aan woorden die gezegd zijn en gebeurtenissen die hebben plaats gevonden en die confrontatie met bijbelse beelden maakt het hart bereid. De ontmoeting met Jezus verandert ons hart. En zo kunnen we tot geloof komen.

Het gaat om die ontmoeting met Jezus. Hij verwacht van ons meer dan alleen een geloof in een eeuwig leven. Vóór de opwekking van Lazarus horen we dat duidelijk in zijn gesprek met Lazarus’ zus Martha. “Ik ben de verrijzenis en het Leven …. Geloof je dit?” En haar antwoord: “Ja, Heer, ik geloof vast dat Gij de Messias zijt, de Zoon Gods, die in de wereld komt.”

Tot op het kruis heeft Jezus zijn liefde voor ons getoond. Aan het kruis gestorven, daarna begraven is Hij op de zondag verrezen. Hij verwacht van ons een persoonlijk antwoord. Dat wij instemmen met het geloof in de Jezus’ verrijzenis. 

Vele zaken van ons geloof zijn inhet verleden ter discussie gesteld. Maar nooit is betwist dat de christenen de joodse rustdag vervangen hebben door de zondag. Dit was zo vanzelfsprekend, want Jezus is op die eerste dag van de week uit de dood opgestaan. Iedere zondag heeft zo iets van Pasen, dat we nu vieren. Zo trekt Jezus met ons mee. Dat wij ook met Hem door het leven trekken. Zalig paasfeest.

Wim Miltenburg fso, pastoor-deken

Enkele gedachten bij St.-Jozef

Jaarlijks vieren we St.-Jozef op 19 maart; dit jaar een dag later, want de viering van de zondag (19 maart) krijgt in de vastentijd voorrang. Als Jezus zijn openbare leven begint, komen we St.-Jozef niet meer tegen. Hij zal te midden van zijn familie, dus in de nabijheid van Jezus en Maria. Daarom is hij ook patroon geworden voor een zalige dood.

Tegelijk doet ons dit beseffen dat Jezus en Maria Jozef gemist zullen hebben. Hij had hen altijd goed beschermd, bijvoorbeeld op de vlucht naar Egypte en weer terug. Het doet ons tegelijk beseffen dat Maria als weduwe verder moest en Jezus al relatief jong zijn aardse vader moest missen De leegte die Jozef achterliet had grote consequenties voor Maria en Jezus. Door zijn overlijden moest Jezus voor het timmerbedrijf zorgen en werd Hij ineens hoofd van het gezin. We komen dit tegen bij de bruiloft te Kana: Maria is aanwezig maar dan moest Jezus, volgens de gebruiken, ook uitgenodigd zijn (vgl. Joh 2, 1-2).

Ongetwijfeld bleef Jozef toch in hun gedachten en gebeden en zullen zij in dankbaarheid hem in hun hart hebben bewaard. Ook hierin kunnen wij Jezus navolgen door St.-Jozef aan te roepen. Hij is vanuit zijn beschermende taak jegens Jezus en Maria patroon van de Kerk geworden en blijkt een machtig voorspreker in vele noden. In een bekend gebed tot St.-Jozef bidden we “Zoals gij weleer het Kind Jezus uit het grootste levensgevaar hebt gered, zo verdedig nu ook de heilige Kerk van God tegen de vijandelijke aanslagen en alle tegenwerking.” De H. Theresia laat ons weten dat zij zich niet kan herinneren ooit iets aan St.-Jozef gevraagd te hebben dat zij niet heeft verkregen. “Ik geloof dat de Heer ons wil laten zien dat Hij hem ook in de hemel alles zal gunnen wat hij van Hem verlangt, zoals Hij hem op aarde als zijn pleegvader onderdanig was. Dit is ook ervaren door enkele andere personen aan wie ik heb geadviseerd zich aan hem te onderwerpen.”

Wim Miltenburg fso, pastoor-deken

Sterven van St.-Jozef (St.-Antoniuskerk, Bregenz)

Geloven: ontdek het verschil

In zijn vastenbrief schrijft onze bisschop hoe de beste tijden de slechtste tijden kunnen worden. Hij gaat daarbij uit van een verhaal van Charles Dickens en van de bekoringen die Jezus ervaart in de woestijn. De kern zit erin of we God vergeten en van Hem losraken, of dat we, zoals Jezus, gehoorzaam zijn aan de Vader.

De grote tegenspeler stelt Jezus bij de bekoringen in de woestijn geen slechte dingen voor: van stenen brood maken. Wat is erop tegen? Toch alleen maar goed als je zo je honger kunt stillen? In het evangelie doet Jezus dat juist ook: 5000 worden gevoed van vijf broden. Maar Hij gaat niet in op de verleiding die Hem wordt voorgesteld. En de tweede bekoring om van de tempel af te springen en opgevangen te worden? Het lijkt op het eerste gezicht niet veel anders dan toen Jezus de storm heeft doen liggen. Ook toen bewondering! Zelfs zijn leerlingen vroegen zich daarbij af wie is Hij toch? En uiteindelijk krijgt Jezus alle koninkrijken van de duivel aangeboden als Hij hem maar aanbidt. Jezus houdt stand en geeft niet toe om los van God te leven. Toch behoren alle koninkrijken Hem wel toe. Jezus zegt zelf: Ik zal allen tot Mij trekken. We kennen zelfs het feest Christus, Koning van het heelal. We zien bij de bekoringen in de woestijn dat de Boze heel bijbelse woorden en voorstellingen gebruikt. Maar hij doet dit om ons te verleiden los van God te leven.

Het gaat om zonder God, of mét God. En dat gaat al terug op het verhaal van de zondeval. De bekoring was daar: als je van die boom eet, zul je gelijk aan God worden door de kennis van goed en kwaad. Maar is dat anderzijds niet juist wat door Jezus wordt beloofd? We krijgen het door Jezus beminde leerling als een belofte voorgehouden: “Want we zullen zijn, is nog niet geopenbaard, maar we weten dat we aan Hem gelijk zullen zijn, wanneer Hij zal verschijnen, want dan zullen we Hem zien zoals Hij is” (1 Joh 3,2).

Het grote verschil is telkens mét God, of zonder God. Dat zien we in onze tijd ook. Bouwen we een wereld op met respect voor Gods geboden, of bepalen we dat zelf? De vastentijd helpt ons op weg. Om het verschil te zien; om ons bewust te worden hoe we verleid worden een leven zonder God te leiden. Waar we God weer een plaats geven, wordt de vastentijd de beste tijd.   

Wim Miltenburg fso, pastoor-deken

Het kerkbestuur, deken Wim Miltenburg fso, kapelaan Francis, pastoor Jeroen Berkemeijer en catechiste Wilma Moelker wensen u een zalig kerstfeest en gelukkig 2023

Geen uitzonderingen op Kerstmis

God spreekt zijn Woord; Jezus wordt geboren. Hij is het mens geworden Woord van God. Zo laat God zien wie Hij is: Immanuel, God-met-ons. Heel de heilige Schrift tot aan Jezus was een advent op zijn komst in onze wereld. Op velerlei wijzen had God door de profeten gesproken …. (vgl. Hebr. 1,1). Met als laatste voorbereiding de ontmoeting en het gesprek van de engel met Maria. Telkens zijn er zorgvuldig gekozen woorden; woorden met daarin een dieperliggende boodschap. Vrij gesproken en altijd zonder voorbehoud; zonder beperking. Integendeel. Ze gelden nog steeds, met terugwerkende kracht en naar de toekomst. Voor alle mensen.

Belangrijke momenten vragen om zorgvuldigheid en goedgekozen woorden. Vaak is dat om claims te voorkomen. Bij de excuses voor het slavernijverleden: Wij mensen van hier en nu denken er anders over dan toen, enz. … Woorden zodanig gekozen dat claims uitgesloten zijn. Niemand kan er rechten aan ontlenen. Bij verzekeringen zien we hetzelfde: er zijn altijd kleine lettertjes die de uitzonderingen weergeven.

Kerstmis sluit niemand uit; Jezus is voor alle mensen gekomen, ook voor mensen van nu. Hij is Immanuel, God-met-ons. Ook na 2000 jaar mogen wij mogen nog steeds een beroep doen op Jezus’ komst in onze wereld. Dat verwacht Hij ook van ons. Geen verjaring, geen kleine lettertjes. Hij sluit niemand uit. Maar Hij dringt zich ook niet op. Hij komt als een klein kind. 

Wij kunnen aan het Kind voorbijgaan; we kunnen het ook aannemen en zo ons antwoord geven. Hij legt zich als het ware in onze handen. Daarmee geeft God ons een grote verantwoordelijkheid. Als een klein kind komt God bij ons, om God-met-ons te zijn.

Wim Miltenburg fso, pastoor-deken

Minder misintenties voor overledenen

In iedere H. Mis bidden we voor de levenden en de overledenen. Vaak wordt een H. Mis speciaal opgedragen voor een overledene, bijvoorbeeld als jaardienst, of vanwege de verjaardag. Hierbij speelt niet alleen de gedachte dat we de naam van de overledene niet willen vergeten – ook dat – maar ook is het een uitdrukking van geloof, dat we veel voor onze dierbaren kunnen blijven betekenen. We helpen onze dierbaren zo op hun weg naar het hemels Vaderhuis. Zoals we er waren voor degene die ons dierbaar was, toen die nog onder ons leefde, hoeft dit niet op te houden als iemand gestorven is. Ook dan kunnen we met elkaar verbonden blijven – niet meer op dezelfde wijze – maar we kunnen voor onze dierbaren blijven bidden en ook een H. Mis op laten dragen.

De zielen van onze overledenen die op weg zijn naar de hemel hebben ons gebed nodig. Een H. Mis aan iemand schenken is daarbij een mooi en effectief geschenk. Het gebed en een H. Mis komen de overledene echt ten goede. Als we het in een beeld uitdrukken, zou je kunnen zeggen dat het hen helpt de schroom te overwinnen die zij in het licht van Gods aanschijn bespeuren. In het heldere licht van Gods aanschijn ziet een ziel de eigen tekortkomingen veel duidelijker en voelt ook behoefte deze goed te maken. Daarbij helpt een H. Mis. Wij vragen daarin dat de genade van Jezus’ lijden, sterven en verrijzen onze dierbare ten goede mag komen.

Tegenwoordig worden er minder intenties voor onze  overledenen opgegeven. Ik vind dat jammer, omdat we met een H. Mis zoveel voor hen kunnen betekenen. De verdiensten daarvan komen over de grens van de dood hun ten goede. Zoals we de voorspraak van heiligen inroepen, kunnen we ook voor overledenen bidden. Hier raken we aan een dieperliggend geloofsaspect van Allerzielen. We voelen spontaan aan dat we met respect moeten omgaan met degenen die voor ons hebben geleefd. Zo sieren we hun rustplaats met bloemen, of plaatsen een kaars bij een foto. Het katholieke geloof sluit daarbij aan met het opdragen van een H. Mis voor hen. Zo helpen we hen op hun weg naar God. Dat gebed gaat nooit verloren. Ook daar waar we overtuigd zijn dat zij al in de hemel zijn, gaat ons gebed niet verloren: het komt dan anderen ten goede, en ook  zal het als een zegen weer op ons neerdalen doordat hun voorspraak voor ons des te doeltreffender wordt.

Zelf vind ik dit een van de mooiste aspecten van ons geloof. We kunnen zo veel blijven betekenen voor degenen die wij niet willen en kunnen vergeten. Zij kunnen niet meer voor zichzelf bidden, maar wij wel voor hen: Heer geef hun de eeuwige rust. En het eeuwige Licht verlichte hen.

Wim Miltenburg fso, pastoor-deken